(zelfstandig naamwoord)
[alg.] appartement
- In het weekeinde is het Tweede Kamerlid thuis in Oost-Groningen, maar door de week woont het in een appartement in Den Haag.
[alg.] wooncomplex, appartementengebouw, woontoren, woongebouw
- Er zijn nu ook woontorens met dakterrassen. De voordelen van een gewoon huis en een woongebouw gecombineerd.