Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

corner

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[sport] hoekschop; hoekbal, hoekslag; hoekworp

- De middenvelder nam de hoekschop en de aanvaller kopte de bal recht in het doel. 1-0!

[alg.] (-)hoek(je)

- Hallo, waar ben je? Ik zoek je! O, ik zat verzonken in een boekje, in het koffiehoekje.

< >