(zelfstandig naamwoord)
[alg.] (ruiter-, honkbal)pet; (verpleegsters)kapje, zusterkapje
- Als een ruiter en een honkballer vragen waar hun pet is, bedoelt elk een geheel ander soort pet.
- Verpleegsters dragen al jaren geen kapje meer.
[alg.] interlandhemd
- Na afloop van de interland wisselen spelers vaak hun interlandhemden uit.