Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

cap

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] (ruiter-, honkbal)pet; (verpleegsters)kapje, zusterkapje

- Als een ruiter en een honkballer vragen waar hun pet is, bedoelt elk een geheel ander soort pet.
- Verpleegsters dragen al jaren geen kapje meer.

[alg.] interlandhemd

- Na afloop van de interland wisselen spelers vaak hun interlandhemden uit.

< >