Werkwoorden vervoegen
zwetsen
Tegenwoordige tijd zwetsen
Ik zwets
Jij/U zwetst
Hij/Zij/Het zwetst
Wij zwetsen
Jullie zwetsen
Zij zwetsen
Verleden tijd van zwetsen
Ik zwetste
Jij/U zwetste
Hij/Zij/Het zwetste
Wij zwetsten
Jullie zwetsten
Zij zwetsten
Voltooid deelwoord van zwetsen
gezwetst
Tegenwoordig deelwoord van zwetsen
zwetsend