Werkwoorden vervoegen
vooruitdenken
Tegenwoordige tijd vooruitdenken
Ik denk vooruit
Jij denkt vooruit
denk jij vooruit?
U denkt vooruit
Hij/Zij/Het denkt vooruit
Wij denken vooruit
Jullie denken vooruit
Zij denken vooruit
Verleden tijd van vooruitdenken
Ik dacht vooruit
Jij/U dacht vooruit
Hij/Zij/Het dacht vooruit
Wij dachten vooruit
Jullie dachten vooruit
Zij dachten vooruit
Voltooid deelwoord van vooruitdenken
vooruitgedacht
Tegenwoordig deelwoord van vooruitdenken
vooruitdenkend