Werkwoorden vervoegen
virtualiseren
Tegenwoordige tijd virtualiseren
Ik virtualiseer
Jij virtualiseert
virtualiseer jij?
U virtualiseert
Hij/Zij/Het virtualiseert
Wij virtualiseren
Jullie virtualiseren
Zij virtualiseren
Verleden tijd van virtualiseren
Ik virtualiseerde
Jij/U virtualiseerde
Hij/Zij/Het virtualiseerde
Wij virtualiseerden
Jullie virtualiseerden
Zij virtualiseerden
Voltooid deelwoord van virtualiseren
gevirtualiseerd
Tegenwoordig deelwoord van virtualiseren
virtualiserend