Werkwoorden vervoegen
plaatsgrijpen
Tegenwoordige tijd plaatsgrijpen
Ik grijp plaats
Jij grijpt plaats
grijp jij plaats?
U grijpt plaats
Hij/Zij/Het grijpt plaats
Wij grijpen plaats
Jullie grijpen plaats
Zij grijpen plaats
Verleden tijd van plaatsgrijpen
Ik greep plaats
Jij/U greep plaats
Hij/Zij/Het greep plaats
Wij grepen plaats
Jullie grepen plaats
Zij grepen plaats
Voltooid deelwoord van plaatsgrijpen
plaatsgegrepen
Tegenwoordig deelwoord van plaatsgrijpen
plaatsgrijpend