Werkwoorden vervoegen
flexibiliseren
Tegenwoordige tijd flexibiliseren
Ik flexibiliseer
Jij flexibiliseert
flexibiliseer jij?
U flexibiliseert
Hij/Zij/Het flexibiliseert
Wij flexibiliseren
Jullie flexibiliseren
Zij flexibiliseren
Verleden tijd van flexibiliseren
Ik flexibiliseerde
Jij/U flexibiliseerde
Hij/Zij/Het flexibiliseerde
Wij flexibiliseerden
Jullie flexibiliseerden
Zij flexibiliseerden
Voltooid deelwoord van flexibiliseren
geflexibiliseerd
Tegenwoordig deelwoord van flexibiliseren
flexibiliserend