Werkwoorden vervoegen
anatomiseren
Tegenwoordige tijd anatomiseren
Ik anatomiseer
Jij anatomiseert
anatomiseer jij?
U anatomiseert
Hij/Zij/Het anatomiseert
Wij anatomiseren
Jullie anatomiseren
Zij anatomiseren
Verleden tijd van anatomiseren
Ik anatomiseerde
Jij/U anatomiseerde
Hij/Zij/Het anatomiseerde
Wij anatomiseerden
Jullie anatomiseerden
Zij anatomiseerden
Voltooid deelwoord van anatomiseren
geanatomiseerd
Tegenwoordig deelwoord van anatomiseren
anatomiserend