Werkwoorden vervoegen
afreageren
Tegenwoordige tijd afreageren
Ik reageer af
Jij reageert af
reageer jij af?
U reageert af
Hij/Zij/Het reageert af
Wij reageren af
Jullie reageren af
Zij reageren af
Verleden tijd van afreageren
Ik reageerde af
Jij/U reageerde af
Hij/Zij/Het reageerde af
Wij reageerden af
Jullie reageerden af
Zij reageerden af
Voltooid deelwoord van afreageren
afgereageerd
Tegenwoordig deelwoord van afreageren
afreagerend