Werkwoorden vervoegen
afnummeren
Tegenwoordige tijd afnummeren
Ik nummer af
Jij nummert af
nummer jij af?
U nummert af
Hij/Zij/Het nummert af
Wij nummeren af
Jullie nummeren af
Zij nummeren af
Verleden tijd van afnummeren
Ik nummerde af
Jij/U nummerde af
Hij/Zij/Het nummerde af
Wij nummerden af
Jullie nummerden af
Zij nummerden af
Voltooid deelwoord van afnummeren
afgenummerd
Tegenwoordig deelwoord van afnummeren
afnummerend