Werkwoorden vervoegen
afmixen
Tegenwoordige tijd afmixen
Ik mix af
Jij mixt af
mix jij af?
U mixt af
Hij/Zij/Het mixt af
Wij mixen af
Jullie mixen af
Zij mixen af
Verleden tijd van afmixen
Ik mixte af
Jij/U mixte af
Hij/Zij/Het mixte af
Wij mixten af
Jullie mixten af
Zij mixten af
Voltooid deelwoord van afmixen
afgemixt
Tegenwoordig deelwoord van afmixen
afmixend