VLAAG - v. (vlagen), bui: wind-, regenvlagen,
— (fig.) opwelling, aanval: in eene vlaag van toorn, ijlhoofdigheid iets doen; hij vlagen, bij tusschenpoozen. VLAAGJE, o. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: