Het begrip verval heeft 2 verschillende betekenissen:
1. verval - VERVAL - o. het vervallen, afnemen, verminderen : het huis is in verval; de handel raakt in verval, vermindert;
— zij zijn in verval gekomen, aan lagerwal geraakt, tot armoede gekomen;
— het verval der goede zeden; sterven aan verval van krachten, uitputting ;
— (zeew.) verschil in hoogte van den rivierbodem op twee plaatsen: tusschen Bingen en Bonn heeft de Rijn een aanzienlijk verval; hoe grooter verval, hoe sneller stroom;
— verschil in waterhoogte bij vloed en ebbe op dezelfde plaats.
2. verval - VERVAL - o. fooien (van dienstboden): onze meid heeft weinig, veel verval. VERVALLETJE, o.(-s).