Tuchteloos - bn. bw. (...zer, -t), zonder tucht, ongeregeld: eene tuchtelooze bende; onzedelijk : een tuchteloos leven leiden.
TUCHTELOOSHEID, v. gebrek aan tucht; insubordinatie.
Gepubliceerd op 02-12-2018
betekenis & definitie
Tuchteloos - bn. bw. (...zer, -t), zonder tucht, ongeregeld: eene tuchtelooze bende; onzedelijk : een tuchteloos leven leiden.
TUCHTELOOSHEID, v. gebrek aan tucht; insubordinatie.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: