Tabaksakker - m. (-s), akker met tabak beplant;
...ASCH, v. asch van gerookte tabak;.
...BLAD, o. (-en), blad eener tabaksplant, inz. dat tot rooken bereid is;
...BOUW, m. het verbouwen van tabak;
...BUIL, m. (-en), tabakszak;
...COLLEGE, o. (gesch.) een avondgezelschap dat bijna iederen avond bij Frederik Willem I, van Pruisen, bijeenkwam en waarbij al de aanwezigen moesten rooken;
...CULTUUR, v. tabaksbouw, -teelt.