Gepubliceerd op 24-02-2020

Sim

betekenis & definitie

Het begrip sim heeft 2 verschillende betekenissen:

1. sim - SIM - v. (-men), snoer eener hengelroede; de top op de kurk, welke boven den hoek of haak van een hengelsnoer op het water drijft; (fig.) iem. onder de sim hebben, hem in bedwang houden. SIMMETJE, o. (-s), kleine sim.

2. sim - SIM - v. (-men), aap: het ras der simmen. SIMMETJE, o. (-s).

< >