Overhellen (helde over, heeft overgeheld), overhangen: de muur helt over;
— (zeew.) naar de eene zijde buigen, op eene zijde liggen;
— (fig.) neiging tot iets toonen: naar het kwade overhellen; tot een of ander geloof, de eene of andere partij overhellen, geneigd zijn het aan te nemen, zich erbij aan te sluiten. OVERHELLING, v. het overhellen; (fig.) neiging.