Opschrapen (schraapte op, heeft opgeschraapt), bijeen-, samenschrapen; (ook) opschrabben;
— (Z. A.) iets snel van den grond oprapen en er mee wegloopen; zich opschrapen, zich schrap zetten; iem. opschrapen, hem aanmanen zijn schuld te betalen. OPSCHRAPING, v.