OMMESTAAND, bn. in een kring om iets heen staande, rondom staande: vele der omstaande burgers hadden hunne zwaarden getrokken; de omstaande huizen;
— het ommestaande, datgene wat geschreven of gedrukt staat op de zijde, die tegenovergesteld is aan die, welke men geacht wordt vóór zich te zien; hetgeen staat op den ommekant, de ommezijde of keerzijde : zoo ge het ommestaande (niet: het omstaande) hebt gelezen, zult ge de zaak wel beter begrijpen; zie het ommestaande, aanwijzing, onder aan eene bladzijde van een brief of eenig ander geschrift geplaatst, om te kennen te geven, dat de lezer ook de keerzijde moet bezien, waar nog iets geschreven staat, dat zijne aandacht niet mag ontgaan.