Gepubliceerd op 01-11-2018

Omkijken

betekenis & definitie

omkijken, (keek om, heeft omgekeken), achterwaarts kijken, het hoofd omdraaien en den blik naar achteren wenden, omzien : hij keek wel tienmaal om, of ik hem volgde;

— zonder om te kijken, zonder te letten op iets dat achter ligt en dat zou kunnen terughouden of de vaart vertragen;
— naar iem. of iets omzien, er met belangstelling naar zien, met het doel om op den persoon of de zaak toe te zien of er voor te zorgen : hij keek naar zijn zaken, zijn boeken niet om; naar iem. niet omkijken, er geene belangstelling aan wijden, zich er niet om bekreunen, hem links laten liggen, er niet voor zorgen;
— om zich heen kijken, rondzien : hoe hij ook omkeek, hij zag niets;
— naar een huis, eene nieuwe meid omkijken, er naar rondzien, met het doel om een persoon of eene zaak te vinden of te bekomen.

< >