Gepubliceerd op 27-09-2018

Oeros

betekenis & definitie

Oeros m. (-sen), een oorspronkelijk wild rund, zeer groot van stuk en sterk van leden, dat oudtijds in de wouden van Noord- en Midden-Europa leefde (bos urus), doch in ’t wild geheel is uitgestorven; in halfwilden staat worden er nog in ‘t park van Chillingham onderhouden;

— naam gegeven aan den wisent of Europeeschen bison (bison europaeus), die ook alleen nog in een paar parken voor uitsterven behoed wordt.

< >