Gepubliceerd op 27-09-2018

Nevel

betekenis & definitie

Nevel m. (-s, -en), door verdichting zichtbaar geworden waterdamp in de lucht, inz. die des avonds ontstaat boven slooten, lage landen enz.: alleen wanneer de dampkring in rust is en er weinig of geen wolken zweven, kunnen zich des avonds nevels vormen;

— wolk, mist, damp: den ganschen dag was de berg in nevelen gehuld; er hing een dichte nevel over de stad;
— droge nevel, veenrook;
— (fig.) sluier, iets dat iets anders bedekt, verbergt, voor ons onzichtbaar maakt: wie kan den dichten nevel verdrijven, die voor ons de toekomst verbergt ?; zij zag door den nevel harer tranen hem aan; de nevelen van het bijgeloof. NEVELTJE, o. (-s).

< >