(sloeg na, heeft nageslagen), (w. g.) een stempel namaken; (w. g.) valsche munt maken;
— opslaan, opzoeken, nazien (in een boek enz.): ik zal het even in Wagenaar naslaan;
— te laat slaan (van een uurwerk); (in het kolfspel) na een ander slaan, ontijdig slaan.