Nachtaap m. (...apen), (nat. hist.) Z.-Amerikaansche apensoorten die over dag slapen en ’s nachts hun voedsel zoeken;
...AGENT, m. (-en), agent van politie die ’s nachts dienst heeft;
...ANKER, o. (-s), (scheepst.) plechtanker;
...ARBEID, m. arbeid gedurende den nacht;
...ASYL, o. (-s), waar men ’s nachts een onderdak kan bekomen, b. v. van het Leger des Heils;
...BEDRIJF, o. (...ven), bedrijf dat ’s nachts uitgeoefend wordt;
...BEL, v. (-len), waarvan men ’s nachts gebruik moet maken om gehoor te krijgen, inz. bij dokters en apothekers;
...BEURT, v. (-en);
...BEZOEK, o. (-en), bezoek dat ’s nachts gebracht (of dat ‘s avonds aanvangt en ’s nachts voortgezet) wordt;
...BIDDER, m. (-s), (gew.) sterke bedelaars die ’s nachts om aalmoezen komen vragen;
...BLAAR, v. (...blaren), (gen.) in den nacht uitbrekende blaar;
...BLAKER, m. (-s), toestel om er eene kaars op te zetten;
...BLIND, bn. (gen.) dag; zichtig, in de schemering slecht kunnende zien;
...BLIND, o. (-en),
...BLINDE, v. (-n), vensterluik dat ’s nachts gesloten wordt;
...BLINDE, m. en v. (-n), iem. die alleen bij dag de hem omringende voorwerpen kan zien; zoodra de duisternis invalt, is hij schier blind;
...BLINDHEID, v.; nachtblindheid ontstaat bij beschadiging van het netvlies door de zonnestralen;
...BLOEIEND, bn. (w. g.) des nachts bloeiend (van zekere planten);
...BLOEM, v. (-en), bloem, die zich alleen des nachts opent;
...BOOG, m. (sterr.) beneden den horizon gelegen gedeelte van den parallelcirkel eens hemellichaams;
...BOOT, v. (-en), boot die ’s nachts aankomt of vertrekt, boot die ’s nachts vaart: de nachtboot op Engeland.