Gepubliceerd op 27-09-2018

Munten (2)

betekenis & definitie

Munten (muntte, heeft gemunt), mikken, doelen, een toeleg (op iets) hebben; (fig.) het op iem. gemunt hebben, het op iem. voorzien hebben, hem tot mikpunt nemen, niets van hem kunnen verdragen; hij heeft het op zijn leven gemunt, hij wil hem om het leven brengen.

< >