Miezerig bn. regenachtig: het is vandaag maar miezerig weer, onaangenaam vochtig, afgewisseld met miezelregen;
— (gew.) zich miezerig voelen, onlekker, ziekelijk;
— (gew.) schraal, klein, onoogelijk: een miezerig kereltje;
— (gew.) slecht gehumeurd: wat ben je miezerig vandaag.