Gepubliceerd op 19-09-2018

Maandstond

betekenis & definitie

Maandstond m. (-en), (R.-K.) maandstond houden, maandelijksche H. Mis voor een overledene en in deze mis ter communnie gaan;

— de maandstonden, maandelijksche zuivering (der vrouwen);
...VERBAND, o. (-en), verband bij de menstruatie;
...VERSLAG, o. (-en), maandelijksch verslag;
...VLOED, m. (veearts.), (bij paarden);
...WERK, o. (-en), maandschrift;
...WIJZER, m. (-s), wijzer op eene uurwerkplaat, die de maand aanwijst;
...ZUIVERING, v. (-en), maandstonden.

< >