LICHAAMSARBEID, m. lichamelijke arbeid (in tegenst. met geestesarbeid);
...BAND, m. (-en), witte, vezelige verbinding der beenderen of bevestiging der gewrichten;
...BEHOEFTEN, v. mv. lichamelijke behoeften;
...BEWEGING, v. (-en), verrichting om het lichaam te versterken hij moet veel lichaamsbeweging nemen;
...BOUW, m. bouw van het menschelijk of dierlijk lichaam, lichaamsgestalte;
...DEEL, o. (-en), deel van het lichaam;
...GEBREK, o. (-en), lichamelijk gebrek;
...GESTALTE. v. (-n), houding, grootte;
...GESTEL, o. (-len), gesteldheid, toestand des lichaams; (nat.) lichamelijke eigenschap;
...KASTIJDING, v. (-en), zelfkastijding (b. v. door geeselen, vasten, onthouding van iets enz.);
...KRACHT, v. (-en), kracht, sterkte van het lichaam;
...OEFENING, v. (-en), lichaamsbeweging;
...PIJN, v. lichamelijke pijn (in tegenst. met zielesmart);
...STRAF, v. (-fen), lijfstraf;
...TOESTAND, m. toestand, gesteldheid van een menschelijk lichaam;
...WARMTE, v. dierlijke warmte, de eigen warmte van het lichaam.