Kroost o. (veroud. en gew.) bijzondere kenmerken of gelaatstrekken van een mensch;
— kinderen: met vrouw en kroost;
— afstammelingen, nakomelingen: het kroost van Abraham, de Joden; een talrijk kroost;
— (fig.) adderenkroost, adderengebroed, slecht volk van geslacht tot geslacht.