Gepubliceerd op 13-09-2018

Klip

betekenis & definitie

1. KLIP, v. (-pen), eene steile, harde rots, inz. wanneer de kruin veel gespleten en verdeelde punten heeft, zoowel op het land als, en wel voornamelijk. in de zee blinde (onzichtbare) klip; wakende (zichtbare) klip;

— (Z. A.) steen, eenigszins groote keisteen; voor iemn. eene klip uit den weg rollen, hem een wederdienst bewijzen;
— (fig.) hinderpaal, beletsel, oorzaak van verderf hij zal moeite hebben die klip te boven te komen of die klip te ontzeilen;
— op die klip is hij gestrand; tusschen de klippen doorzeilen, het gevaar, de moeilijkheden vermijden;
— tegen de (alle) klippen aan liegen, onbeschaamd liegen.

2. KLIP, v. (-pen), vogelslag, knip.

< >