INWATEREN, (waterde in, heeft ingewaterd), van doordringend of indringend water doortrokken worden : omdat de goot lekt, is de muur hier geheel ingewaterd;
— doorzijgen: boven op zolder watert het in, de regen sijpelt er door;
— vaatwerk doen dichttrekken door het met water te vullen ; balken laten inwateren, minder gevoelig voor vocht maken, door ze lang in water te laten liggen;
— (mets.) het zand moet goed ingewaterd worden, met water in de voegen der bestrating gebracht. INWATERING, v.