Gepubliceerd op 12-09-2018

Harmonisch

betekenis & definitie

HARMONISCH, bn. eene harmonie vormende, met elkaar overeenstemmende: het vormt een harmonisch geheel, alle onderdeelen passen bij elkaar; welluidend een harmonisch gezang;

— harmonische drieklank, de volmaakt consoneerende groote en kleine terts-drieklank; (nat.) de harmonische tonen, de reeks van tonen die ontstaan bij de trilling van 1/2 1/3, 1/4 1/5 enz. gedeelte der snaar van den sonometer: (wisk.) harmonische evenredigheid, zie EVENREDIGHEID;
— harmonische reeks, rij van getallen waarvan elke drie opeenvolgende gedurig harmonisch evenredig zijn.

< >