HANDREIKEN, (handreikte, heeft gehandreikt), iemand de hand reiken, hem helpen, bijstaan. HANDREIKER, m. (-s), HANDREIKSTER, v. (-s), die iets met de hand toereikt. HANDREIKING, v. (-en), het reiken of toesteken der hand: de drenkeling werd door handreiking gered; overgave met de hand; hulp, ondersteuning: zij heeft al eene heele handreiking aan haar dochtertje; iemand handreiking doen, hem helpen; den armen milde handreiking doen, weldadig zijn.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk