Gepubliceerd op 12-09-2018

Haaksleutel

betekenis & definitie

HAAKSLEUTEL. m. (-s), looper, slothaak (bij slotenmakers en dieven);

...SLUITING, v. (-en), (aan kleedingstukken) eene sluiting door middel van haken en oogen;
...SPIJKER, m. (-s), omgebogen spijker;
...STANG, v. (-en), (stoommach.) een werktuig met een weerhaak, dat gebezigd wordt om de riemen zonder einde in eene fabriek op de draaischijven te werpen;
...STEEK, m. (...steken), (handw.) een steek zooals men die maakt bij het haken; (zeew.) knoop die met het eind van een talreep om den hoek eener talie geslagen wordt.

< >