v. het goedkeuren: behoudens nadere goedkeuring door den Koning,
— betuiging van tevredenheid: een woord van goedkeuring;
— instemming: dit voorstel droeg aller goedkeuring weg; de vergadering gaf teekenen van goedkeuring;
— toestemming: met goedkeuring van de Synode gedrukt, met approbatie, met consent;
—, (-en. -s), (op school) goedkeuringsteeken: hoeveel goedkeuringen heb je deze maand?