GINDS, bw. ginder, daar ginds verheft zich een heuvel; wie loopt daar ginds ?
— ginds en weer, heen en weer, heen en terug; (gew.) hij is er maar ginds en weer geweest, een oogenblik, even.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: