GELDKAS, v. ( sen), de kas of kast, waarin men geld inz. het geld van een kantoor, bewaart de geldkas is ledig, is goed voorzien, enz.;
— (bij uitbr.) de gezamenlijke gelden, die voorhanden zijn en beschouwd worden de kas uit te maken of in kas te zijn, hetzij in een kantoor, hetzij in ruimere toepassing op de geldmiddelen van een staat of van een bijzonder persoon.