Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie V
- VINGERLOOS
- VINGERSNEL
- VINGERSPEL
- VINGERVORMIG
- VINGERWIJZING
- VINK
- VINKEKOOI
- VINKEN
- VINKENBAAN
- VINKER
- VINKESLAG
- VINLOBBIG
- VINNERVIG
- VINNIG
- VINPOOTIGEN
- VINSPLETIG
- VINSTRAAL
- VINT
- VINVISCH
- VINVOETIGEN
- VINVORMIG
- VIOLA dl GAMBA
- VIOLATIE
- VIOLEEREN
- VIOLENBED
- VIOLENT
- VIOLENTIE
- VIOLENWORTEL
- Violet
- VIOLETBLAUW
- VIOLETTENHONIG
- VIOLIER
- VIOLIST
- VIOLONCEL
- VIOLONCELLIST
- Viool
- VIOOLACHTIGEN
- VIOOLBAS
- VIOOLSONATE
- VIRAGO
- VIRGINITEIT
- VIRIEL
- VIRILITEIT
- VIRTUOOS
- VIRTUOSE
- VIRTUOSITEIT
- VIRULENT
- VIRULENTIE
- VIRUS
- VIS
- VIS -á-vis
- VISA
- VISCH
- VISCHAAK
- VISCHACHTIG
- VISCHAFSLAG
- VISCHAKTE
- VISCHBANK
- VISCHDAG
- VISCHGAL
- VISCHHAAK
- VISCHLEPEL
- VISCHPAKKER
- VISCHRECHT
- VISCHRIJK
- VISCHROOKER
- VISCHSCHOTEL
- VISCHSCHUBBENZIEKTE
- VISCHSCHUIT
- VISCHTEELT
- VISCHVALK
- VISCHWANT
- VISCOSE
- VISEERDER
- VISEEREN
- VISEERSTOK
- VISHNOE
- VISIBEL
- VISIE
- VISIOEN
- VISIONNAIR
- VISITATIE
- VISITATIEPOST
- VISITE
- VISITE-UUR
- VISITEBOEKJE
- VISITEEREN
- VISITEERIJZER
- VISITEKAARTJE
- VISITEUR
- VISORIUM
- Visschen
- VISSCHENBLOED
- VISSCHER
- VISSCHERIJ
- VISSCHERIJBERICHT
- VISSCHERMAN
- VISSCHERSBEDRIJF
- VISSCHERSRING
- VISSCHERSSCHUIT
