VIOOLBAS - v. (-sen), contrabas;
...BLAUW, o. paarsblauw;
...BLOK, o. (-ken), (zeew.) een langwerpig stuk hout ter weerszijden van den boegspriet, alzoo genoemd naar den vorm; dubbel blok met loodrecht boven elkander zijnde schijven;
...BOOM, m. (-en), zekere Amerikaansche boom met geribden stam;
...CONCERT, o. (-en), concert van vioolmuziek;
...HARS, v. o. goed gezuiverde hars om de strijkstokbespanning mede te harsen, spiegelhars;
...KAM, m. (-men), kam van de viool;
...KAS, v. (-sen),
...KAST, v. (-en), het lichaam der viool; doos om eene viool in te bewaren of te verzenden;
...KIST, v. (-en);
...LES, v. (-sen), les in het vioolspel;
...LESSENAAR, m. (-s), muzieklessenaar voor een vioolspeler;
...MAKER, m. (-s), iem. die violen maakt;
...MUZIEK, v. muziek door violen voortgebracht; muziekstukken voor eene of meer violen gezet;
...REGISTER, o. (-s), register op een orgel dat den viooltoon heeft;
...SCHROEF, v. (...ven), eene der vier schroeven in den hals eener viool om daarmede de snaren te spannen en te stemmen; ook sleutels geheeten;
...SLEUTEL, m. (muz.) vioolschroef; g-sleutel;
...SNAAR, v. (...snaren).