DRINGEND, bn. bw. (-er, -st), hetgeen dringt, geen uitstel lijdt;
— dringende bezigheden, die geen uitstel dulden;
— dat is dringend noodzakelijk;
— eene dringende behoefte, waaraan voldaan moet worden;
— met aandrang gedaan eene dringende bede, een dringend verzoek;
— een dringend telegram, dat voor andere van gelijken rang tegen verhoogd tarief wordt overgeseind en besteld.