BRUIDSKAMER, v. (-s), slaapkamer van bruid en bruigom;
...KLEED, o. (-eren, ...kleeren);
...KOETS, v. (-en), koets waarin de bruid ter trouwing rijdt;
...KORF, m. (...korven), linnengoed enz. dat de bruid meebrengt;
...KRANS, m. (-en), bloemkrans in ’t haar der bruid;
...MEISJES, o. mv. personen die de bruid bedienen, geleiden.