Gepubliceerd op 01-09-2018

Blijver

betekenis & definitie

BLIJVER, m. ( s), die bij voortduring op dezelfde plaats vertoeft: die predikant is een blijver, hij zal niet naar eene andere plaats beroepen worden;

— (Ind.) iem. die zich daar voor goed gevestigd heeft;
— schoolblijvend kind;
— wat in het leven blijft: dat kind is geen blijver of blijvertje, dat kind zal niet lang blijven leven;
— spugers (spuwende zuigelingen, kinderen die het zuur opgeven) zijn blijvers. BLIJFSTER, v. (-s).

< >