BESTERVEN, (bestierf, is bestorven), hij zal het besterven, van schrik, van aandoening sterven; hij bestierf, werd bleek;
— met bleek bestorven lippen, zeer bleeke lippen:
— het woord ligt hem in den mond bestorven, hij zegt het bij herhaling, zonder er zelfs bij te denken:
— het woord bestierf op zijne lippen, hij vermocht niet te zeggen, wat hij wilde;
— geslacht vee moet men een dag laten hangen om te besterven, anders is het vleesch voor het gebruik minder geschikt:
— verf laten besterven, laten indrogen;
— het metselwerk moet eerst besterven, goed droog en hard worden;
— geteerd touw laten besterven, laten drogen.