BENADEREN, (benaderde, heeft benaderd), nader komen tot;
— (wisk.) door het voortzetten van eene berekening de waarde van iets met toenemenden graad van nauwkeurigheid bepalen tot in 5 decimalen benaderd, nauwkeurig tot in honderdduizendste deelen;
— (krijgsw.) eene versterkte plaats door middel van begraving naderen;
— (goederen) aanhouden, beslag leggen op wegens belastingontduiking, ook iem. benaderen.