BEDEELEN, (bedeelde, heeft bedeeld), een deel van iets geven; inz. aan de behoeftigen eene vaste uitdeeling geven;
— bedeeld worden, tot den armenstand behooren;
— (fig.) met de gaven der fortuin bedeeld zijn, veel geld en goed bezitten;
— hij is rijk bedeeld, met veel geestesgaven of rijkdommen toegerust;
— (gew.) overleggen om toe te komen (met zijn inkomen; om spijs of drank te deelen).