Allegorisch bn. allegorische personen, begrippen als personen voorgesteld, bv. de gierigheid, de jeugd, de zomer; eene allegorische schilderij, eene allegorische groep, in den vorm van eene allegorie;
— allegorische poëzie, die niet letterlijk, doch zinnebeeldig moet opgevat worden; allegorische uitlegging der Schrift, niet letterlijke verklaring, doch de bijbel allegorisch opgevat en verklaard.