Gepubliceerd op 14-11-2017

aanschieten

betekenis & definitie

Aanschieten - (schoot aan, heeft en is aangeschoten), licht kwetsen door een schot, (het wild); voor de eerste maal afvuren, (een geweer) beproeven; haastig (een kleed) aantrekken; - (Zuidn.) den grond in bedden aanploegen: aankomen, toesnellen; op iem. aanschieten (van honden), plotseling met geblaf op hem aansnellen; (van een bepaalden tijd) sterk naderen, zeer aanstaande zijn; het einde naderen, opschieten: dat werk schiet goed aan; (zeew.) de zee schiet aan, wordt voortdurend onstuimiger. AANSCHIETING, v.

< >