m. gmv.,
1. uitgeworpen slijm of speeksel; slangenspog; slijm van een aal;
2. (fig.) smet, vergif van de laster; zijn zwadder op iemands goede naam uitspugen ;
3. (Zuidn.) dunne, slechte spijs ;
4. (Zuidn.) op zwadder gaan, aan de zwier gaan.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: