Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verloop

betekenis & definitie

o. g.mv.,

1. het verlopen; (bilj.) het verloop van een bal, wijze waarop een bal zich verloopt; — na verloop van tijd, van jaren, nadat een zekere (geruime) tijd, jaren, verstreken is (zijn);
2. verandering in de loop ; (zeew.) het verloop van het tij, van de vloed, de verandering, de teruggang : — (zeew.) hevige windvlaag met regen ;
3. de wijze waarop iets verloopt, zich toedraagt of toegedragen heeft: het verloop van een ziekte, van een proces ;ik zal u het verloop der zaak vertellen ; — (Zuidn.) beloop iets op zijn verloop laten, verwaarlozen, of: niet ingrijpen;
4. het langzamerhand minder bezocht of beoefend worden v achteruitgang: het verloop van een zaak, een nering;
5. geleidelijke versmalling, vermindering : het verloop van een schoorsteen, de vermindering in middellijn ; — het verloop der lichtingen, trapsgewijze vermindering in numerieke sterkte, naarmate de lichting van oudere datum wordt.

< >